Het negende gedicht van Mustafa Kör

Te veel weinig

 

Te veel is overdadig
Te weinig is misdadig

 

Dat de beesten maar barsten
Van genoeg haver en wijnranken
Het leven komt van volle buiken
En wie wil er niet omzien naar
Schoon en rond en gezond

 

Leeg kelken lik boezems
Sla de tamboerijn en dans
Laten we de nacht stelen
Uit de schoot van godinnen
Eens zien wie wiens offer is

 

Vergeet het duveltje om de hoek
Hij gluurt niet enkel schaamteloos
Vooral kijkt hij met ogen vol afgunst
Hef uw rokken en potten vrees niet
Zelfs tijgers willen handen kussen
Die niet geselen maar laven

 

 

Mustafa Kör