De afscheidsspeech van Laurence Vielle en haar laatste gedicht : ‘Brief aan Brussel’
“Kies voor een huis van de poëzie!
Vul je huis,
vul je leven
Met poëzie!”
David Giannoni en Laurence Vielle
Mijn rol als Dichter des Vaderlands zit erop. Het was een fantastische ervaring. Een ‘poëlitiek’ spel van twee jaar, het geluk om, dankzij de poëzie, banden te kunnen smeden tussen het noorden en het zuiden van ons piepkleine landje. Tijdens mijn tochten heb ik voortdurend nieuwe voorraden energie, geestdrift en enthousiasme geput. (En meer dan ooit verlang ik ernaar
de wereld, de mensen, de ritmes van onze adem in poëzie weer te geven.) Grote, oprechte dank aan David Giannoni (uitgeverij Maelström, Fiestival en het Maison de la Poésie, Amay), Michaël Vandebril (VONK en Zonen), Lot De Smet en Carl De Strycker (Poëziecentrum, Gent), Mélanie Godin (Midis de la poésie), Aline Louis en Charlotte Poncelet (Maison de la Poésie, Namur), Dolores Oscari (Poème 2), Pierre Geron, Isabel Hessel, Danielle Losman, Bart Vonck en Katelijne De Vuyst (het vertalerscollectief van Passa Porta) en aan Passa Porta zelf, die onze poëtische actie laten bestaan ; aan Charles Ducal, de Dichter des Vaderlands die de aftrap gaf voor het nieuwe project en met wie ik heel wat onvergetelijke avonturen heb beleefd. Zo schreven we samen het libretto voor de opera van Jean-Philippe Collard-Neven: L’École en cavale / Schoollopen op straat (Bozar, mei 2018); aan Els Moors, met wie ik België heb doorkruist, op zoek naar het poëtische centrum van het land. Dat gebeurde tijdens onze ‘Ronde van België’, , die we samen bedachten; aan Vincent Granger, mijn jarenlange vriend en uitmuntende poëziemuzikant; aan Pierre Devalet, de klankman, stemmenman, muziekman, die zo goed was in de winter van 2017 een paar fragmenten van dit twee jaar durend epos op te nemen; aan Charles Ducal, Jan Ducheyne, Jens Meijen, Antoine Vermeersch, Els Moors, van wie de gedichten en stemmen dit boek en de begeleidende cd mede gestalte hebben gegeven; en aan alle dichters, bruggenbouwers, organisatoren, vrienden, journalisten, recensenten, lezers, toeschouwers, mecenassen, passanten… die we in de meanders van dit prachtige project zijn tegengekomen.
Onze wereld heeft de levende, wezenlijke substantie van het gedicht nodig. Daarom draag ik dit boek op aan het Théâtre Poème / Poème 2 (Schotlandstraat 30, 1060 Brussel), aan zijn geschiedenis en onontbeerlijke aanwezigheid in ons land; aan Belgium Bordelio – de twee tot nog toe verschenen verzamelingen en alle toekomstige delen ervan – dat de poëzie in twee talen laat zingen en dat ijvert voor de coexistentie, de bedwelmende kruisbestuiving van onze verschillen; aan mini Belgium Bordelio, de bookleg die wordt verspreid onder alle Belgen vanaf 11 jaar: het gedicht leeft; aan elk huis van de poëzie – domo de poezia, en aan het project Dichter des Vaderlands (zie www.dichterdesvaderlands.be en de Facebookpagina’s ‘Poète National – er Dichter Des Vaderlands’ en ‘Domo de Poezia’).
En ten slotte wens ik Els Moors, de nieuwe Dichter des Vaderlands en verkenner van wouden, verscheidenheid, van onzichtbare werelden, een fantastische reis. Ik besluit met een liefdesbrief aan Brussel, de stad waar ik sinds mijn geboorte woon. België is een jong land, ik hou ervan. Politiekers proberen het te verscheuren met hun holle retoriek, misschien zal het ooit ophouden te bestaan, maar Brussel, het veeltalige Bruxelles, zal nooit verdwijnen, dat weet ik zeker. De stad heeft onze dromen, onze talen, onze verschillen, onze moed nodig. Brussel heeft onze liefde en onze poëzie nodig.
Brief aan Brussel
Brussel met je bistro’s die op korte winterdagen stralen
als vuurtorens bij de zee je komt je er warmen Brussel het
vrolijke veeltalige Brussel wil ik omarmen je zegt sjoeke
couque manneke dikkenek en fritkot Brussel waar mensen
hun best doen om de verguisde helden van de grote oversteek
op te vangen Brussel waar gedichten alleen op regendagen
op kasseien verschijnen Brussel mijn hart verkruimeld
langs de sporen ik loop met reuzenpassen ik doorkruis de
stad ik verken al je assen koester me in je kleinste hoekjes
Brussel streel me onder je lage luchten maak me dronken
benedenstad geborgen in je onderbuik geheime krochten
onder het Justitiepaleis reusachtige roomtaart schieven
architect zonder plan voor de toekomst alle mensen zonder
papieren kunnen er schuilen Brussel met je fietsen zonder
paden met je files stop me in je handtas en neem me mee
Brussel met je meeuwen die ‘s winters terugkeren de zee
uitspannen met hun vleugelslag noordelijke miezel en
weemoed in het hart Brussel met je bomen die worden geveld
met je parken die verdwijnen met je vossen die ’s nachts
door de steegjes stuiven Brussel met je doucheFLUX Brussel
dat de stukjes nog bijeen weet te houden van een puzzel
die door de vingers van vratige ministers wordt verkreukt
Brussel van de koning de koningin van de prinsen en
prinsjes Brussel van de parkieten groene pijlen Brussel waar
onze lijven dansen op het ritme van alle kansen Brussel
waar vreemde zolen nieuw zaad strooien om de ingedutte
gezichten op te fleuren stad van water van ommuurde
kanalen van holle frasen als België zou verdwijnen zal
Bruxelles met zijn vlammende vurige talen er nog altijd
zijn het water is van iedereen mon ami mijn vriend my
friend kom je er laven Brussel van de ondergrondse trams
van verdwenen gele walvissen Brussel met je negen bollen
met je striphelden die de muren beklimmen Brussel met
je spruitjes die nog altijd bij de Hallepoort groeien met je
schattenjagers tussen de kasseien van het Vossenplein met
de Greenwich van weleer schaakspelen kun je nu van twee
tot elf in de Sint-Gorikshallen Brussel met je belladones
van de Huidevetterswijk Brussel met je uitgestelde koffies
Brussel gebarsten stad vol gaten Brussel bouwwerf stad
zonder tunnels met je duizenden soldaten trop is te veel
Bruxelles XXL Brussel XXSmall een paar passen en je staat
in Marokko een pas nog en hier is Matonge, nog een en
daar is de Chinese markt zet nog een pas en je bent in
de haven vloeit de Zenne Brussel van de zinnekes van alle
parades hart boven hard de hele wereld passeert in het
vergiet van Europa Brussel van de technocraten Brussel
met je boetieken je gedichten je nachten waar de dag
binnensijpelt je dagen waar de nacht binnensijpelt waar een
pijp geen pijp is de lucht in de vogels vliegt Brussel waar
Cliff Rimbaud en Verlaine lopen Zuidfoor een knal een
schotwond fritkoten en een pakske smoutebollen geif ma
ne kie oenderd balle? Brussel van de roze neonlichten en
mijn lief loopt er voor altijd rond Brussel van de treinen van
de dagelijkse slameur van hele horden Europees werkvolk
Brussel ze moeten je schilderen ze moeten je zingen dansen
vertroetelen oplappen grote volkstuinen moeten je groener
maken voor elke idiote uitspraak van een politieker moet
een nieuwe boom groeien de stad wordt zo een bos waar je
longen kunnen bloeien ik zeg je allez Bruxelles met je non
stop overscherende vliegtuigen Bruxelles tegen de stroom
in met de stroom mee Bruxelles van elk stel benen van de
stapper de wandelaar de flaneur Brussel tag er je dromen
met hele stromen het is van jou of het is voor jou je lied je
stem je adem je stappen maken Brussel tot vrij gebied ik
doop je vrijstad ah non peut-être? stad van dichters stad
van franke gezichten van open harten van passanten die
slenteren op straat sluit je niet op dat is slecht voor je ogen
Bruxelles is nog altijd een blanco blad en je beschrijft het
dit blad is voor jou Brussel ik hou van jou