Tijdens haar schrijfresidentie in het Zoniënwoud afgelopen zomer, schreef Els Moors gedichten met het bos als primaire inspiratiebron. Deze titelloze reeks werd samen met het kortverhaal Ruisbrousse, waar het licht gehoord werd van Dirk Elst en het project van Horizon+ gebundeld in de gelegenheidsuitgave Ruisbrousse. Een handleiding voor het Zoniënwoud.
mateloos diep
en bovenmate hoog
en lang en breed
ik voel mezelf
als dolend in de wijdte
van de wind
teruggeblazen
naar een begin
niets vindend
wat niet al
elders tot leven
wilde komen
versplinterd door
een zuiver licht
blind
ben ik
beeldloos
rustend
in alles wat ondeelbaar
door de wereld
stroomt
De ening die de geestelijke mens met god ervaart, openbaart zich aan de geest als zijnde zonder grond, dat is: mateloos diep en boven mate hoog en lang en breed. In die openbaring wordt de geest gewaar, dat hij aan zichzelf door minne ontzonken is in de diepte, onstegen in de hoogte, ontgaan in de lengte: hij voelt zich dan als dolend in de wijdte: het is als was hij wonend in de onbekende bekendheid, als was hij door het gevoel van deze ening aan zichzelf ontvloten in de eenheid, en door alle sterven heen, verzonken in het levende leven van God.
p.35 uit ‘Vanden blinckenden steen’, of Het mystieke zoonschap. Oorspronkelijke tekst met iuxta-vertaling in modern Nederlands
Jan van Ruusbroec: Ruusbroec Hertaald (9 delen)
ed. Lannoo, Tielt / Bussum, 1976-1981
vert. dr. Lod. Moereels S.J.
Read More›