• Dichter des Vaderlands

    Carl Norac

    De Belgische dichter Carl Norac, Mons 1960, is de zoon van een schrijver en een actrice, Pierre en Irène Coran. Voor hij leefde van zijn pen, nu al twintig jaar lang, was hij leerkracht Frans, rondzwervende bibliothecaris, journalist en professor literatuurgeschiedenis aan het Koninklijk Conservatorium van Bergen.

    Vanaf 1998 woonde hij in Olivet, in het Franse departement Loiret, in de buurt van Orléans.

    In de zomer van 2019 keerde hij terug naar België om zich te vestigen in de badstad Oostende. Sinds 2017 is de school van het stadje Neuville-aux-Boix in de Franse Loiret naar hem vernoemd.

     

    Boeken

    Als dichter publiceerde hij bij Editions de la Différence en l'Escampette ook een tiental bundels en reisdagboeken. In 1993 wordt hij met “Dimanche aux Hespérides” voor het eerst erkend in Frankrijk.

    Reizen, zijn andere passie, stuurt hem over de hele wereld. Le voyageur libre, Le carnet de Montréal vertellen over de plekken die hij bezocht en over zijn ontmoetingen aldaar. La candeur (La Différence, 1996) gaat over de openhartigheid in al haar puurheid, haar weerstand ten opzichte van de wereld. In Eloge de la patience probeert hij het plezier van de traagheid te onthullen.

    Dankzij Hugo Claus belandt hij in Nederland en België waar hij samen met de grote dichter zijn teksten voorleest. Een bloemlezing van zijn poëzie verschijnt in Vlaanderen (Handen in het vuur, vert. Ernst van Altena, PoëzieCentrum, 1998), in Spanje en in Roemenië. Eind 2019 verschijnt zijn werk in de Verenigde Staten, in een vertaling van Norman Shapiro (Black Widow Press)

    Vervolgens publiceerde hij ook bundels prozagedichten: Le carnet bleu en Métropolitaines (Uitgeverij L’escampette), en portretten van vrouwen in de Parijse metro, Sonates pour un homme seul, een heel persoonlijk boek waarvoor hij de Chales Plisnier-prijs won. In 2013 bracht hij een bundel uit geïnspireerd door Billie Holiday en andere artiesten, getiteld Une valse pour Billie.

    In 2005 wordt Carl Norac samen met zes andere Europese auteurs geselecteerd voor “Lire en fête” in Parijs, een groot festival dat sinds 1989 wordt georganiseerd oor het Franse Ministerie van Cultuur. Drie dagen lang worden talloze gratis literaire evenementen georganiseerd doorheen Frankrijk en in meer dan 150 landen in het kader van het project “Lire, l’Europe” (“Lees, Europa!”). De andere schrijvers die hem vergezelden waren Jean Echenoz, Claudio Magris, Enrique Vila-Matas, Antonio Lobo Antunes en Milan Kundera. Naar aanleiding daarvan werden fragmenten uit zijn teksten een maand lang getoond in alle Parijse metrostellen. In 2011 vertegenwoordigde hij zijn land voor het Europese project Transpoésie: zijn gedichten werden dan getoond in de gangen van de Brusselse metro.

    Zijn bundels zijn drie keer bekroond door de Académie royale de langue et de littérature françaises de Belgique, een van die bekroningen was de Grand Prix Albert Mockel 2019, die elke vijf jaar voor een dichter is weggelegd. Voor zijn poëzie ontving hij in 2009 ook de Grand Prix de la Société des gens de Lettres in Parijs. In 2015 was hij “artiste complice” van Bergen, zijn geboortestad en in dat jaar ook de culturele hoofdstad van Europa. In 2018 werd hij samen met drie andere beroemde schrijvers op scène uitgenodigd in de Comédie Française in Parijs, het voornaamste staatstheater van Frankrijk.

     

    Jeugdliteratuur

    Carl Norac schreef meer dan 80 verhalenboeken voor kinderen en kinderpoëziebundels, vertaald in 47 talen intussen. De meeste boeken werden uitgegeven bij l’Ecole des Loisirs (in de collectie ‘Pastel’). Sommige van zijn boeken werden een wereldwijd succes, zoals bijvoorbeeld Les mots doux (de Engelse vertaling I love you so much was het best verkochte boek in de Verenigde Staten bij verschijning in februari 1996). Veel van zijn boeken verschenen ook in Nederlandse vertaling bij De Eenhoorn, Lannoo of Querido, vertaald door Bart Moyaert, Michael de Cock of Edward van de Vendel. Een onuitputtelijke bron voor zijn inspiratie is zijn kindertijd in de bossen van Erbisœul in Henegouwen: zijn voorliefde voor reizen en zijn “vriendschap” met bomen. In zijn boeken vind je 3 zaken terug: reisverhalen, teksten waar emoties en humor een belangrijke rol spelen en gedichten waarin de auteur zijn liefde voor de no nsense kan botvieren, geïnspireerd door een van zijn lievelingsdichters, Edward Lear.

    Bij de creatie van zijn kinderboeken had Norac het geluk om samen te werken met gerenommeerde illustratoren: Kitty Crowther, Rébecca Dautremer, Louis Joos, Christian Voltz en verschillende grote Vlaamse illustratoren zoals Carll Cneut, Gerda Dendooven en Ingrid Godon. In 2011 publiceerde hij samen met de Québécois Stéphane Poulin Au pays de la mémoire blanche bij uitgeverij Sarbacane, een poëtische graphic novel waaraan 5 jaar gewerkt werd, intussen vertaald in 5 talen. Sinds 2004 schrijft hij ook boeken in het Engels, uitgegeven bij uitgeverij Macmillan in Londen. In 2017 verscheen bij Actes Sud de dichtbundel Poèmes pour mieux rêver ensemble, geïllustreerd door Géraldine Alibeu.

Meer weten over Carl Norac ?

Klik op deze links en ontdek meer over de nieuwe Dichter des Vaderlands, Carl Norac.

Le livre des beautés minuscules

Gedichten van Carl Norac ; illustraties van Julie Bernard; Rue du Monde, 2019

Je t'emmène en voyage

Teksten van Carl Norac; collectief van illustratoren; A pas de loups, 2019

Monsieur Mozart ou le cadeau des étoiles

Tekst van Carl Norac; verteld door François Morel; illustraties van Marie Dorléans, artistieke realisatie Marc Dumont, Didier Jeunesse, 2019 – Boek met CD

“Dichter des Vaderlands zijn, het wordt een reis naar de kern van België zoals het is, of liever, zoals we het zouden wensen. Voor mij zal het ook een bevlogen reis zijn in een taal. Ik heb Vlaanderen altijd liefgehad. Ik verlang naar de uitwisseling, de zoektocht naar het hart van woorden. Om dat verder te mogen ontdekken, is alvast één groot geluk in de komende twee jaar.”