Het twaalfde en laatste gedicht van Mustafa Kör

België

 

op je verscheurde dan weer met

grijnzende kasseien bezaaide wegen

begaf ik me, domweg als een bloedsomloop

vanonder je kleiaarde wilde ik schatten delven

ik wist niet waar ze te halen en voer naar zee

hees er de zeilen en ging eenzame kimmen tegemoet

de roemruchte stok van voorvaderen, die uit een bezongen

boom was verkregen, wees me de weg wanneer ik dwaalde

terwijl ik koortsig tot u wilde komen, sprak hij tegen me

voorwerelds was zijn taal

een siddering die uit de buik van de aarde opsteeg

trok door ons heen toen we beiden inzagen dat

het er niet toe deed of we elkaars talen spraken

en eens dat besef er was, kwam het verlossende afscheid

van hen die niet slechts hebben liefgehad met hun ogen

 

Mustafa Kör