Het derde gedicht van Mustafa Kör
Drempelvrees
Vaarwel
Dit is een betreurd afscheid
Een reiziger dient nu eenmaal onderweg te zijn
Veilig en wel
Van en naar
Geliefden
Een gonzende stad
Vaar. Wel
Welvaren. Waarheen?
Dit is geen reis, toch niet voor mijn soort
Spast, mongool, seniel
Horden neem je als ze zich aandienen
Wat met drempels? En onwil?
De dagelijkse queeste op rails en asfalt
Tierende willekeur waar heren niet opstaan
maar keurig voor knielen
De lijdensweg van de dagtoerist
De reisweg der lammen en blinden
Vrezen zal ik niets meer
als het ieders ergernis wordt hoe we omgaan met
hulpbehoevenden en de stilstand in wachtzalen en stations
Mobiel of kreupel
Waarom nog vertrekken als we toch gaan stranden?
Stranden. Vastlopen. Dichtslibben
Kan je allemaal in het enkeldiepe
Wij willen zee
Mustafa Kör