Het zesde gedicht van Mustafa Kör
Grofgebekt
Ik ben een vreemd kind dat
aangespoeld uit alle windstreken
spreekt in het abc van de sjamaan
Grens noch vlag zijn mij vreemd
ik ken de uithoeken van Morgen en Avond
waar ik kom ontsluiten zich oren en ogen
Ik klap Sevillanas oreer spoken words
en zing liedjes die je wilt begrijpen
eens je er echt naar luistert
Maar mijn accent mi! là. si. da. non, bro
verzette het ان شاء الله maar zoveel bakens
als het raaskallende monden kon snoeren
Ach ik ben maar een vreemd kind
met een vreemde taal die ik moet gebaren en
seinen in rookpluimen om gehoord te worden
Mij was geleerd dat elke taal een mens is
en hoe meer talen je spreekt
des te meer mens je wordt
Mustafa Kör