Kapittelhof – Mustafa Kör
Kapittelhof
Hier leefden wij, gestrande engelen
bijeen geregen eeuwen in krans
keurig geparkeerd in hal en gang
Op maat geserveerde zorg en brood
en liefde, alles kwam hier vlotjes
op gewoontegetrouwe wieltjes
Als eb en vloed kusten de dagen ons
vluchtig en wiegden onze geesten zoet
Geduldig en geheugenloos als de zee
wachtten wij op wegwijzende vrienden
handgeschreven brieven, heuglijk nieuws
en groeten van afgestane thuisfronten
Een mens leert gaandeweg maar leven
al vallen sommige vogels niet te kooien
ach, ik denk dat we jullie gewoon missen
ons huis, buren op de borrel, kerstdagen
gebakken brood, de mezen, de postbode
Alle jaren raken we kwijt, ontvielen ze
ons als haren van lankmoedige kruinen
Tot ook wij onze laatste bladeren lieten
Zie, onze open handen
die vroegen noch hoopten op dit
gebed zonder een amen achter
Onverhoopt kregen we meer
dan we konden behappen
het ontnam Het Pand de adem
Ik wilde alleen nog een woord van lof
voor de verzorgers in dit schonen hof
Het deert niet kinderen, leve jullie
helderste licht bij mijn laatste zucht
Mustafa Kör