De Ronde van België: het reisverslag
Op 1 mei 2017 vertrokken Laurence Vielle en Els Moors op tocht, op zoek naar het poëtische midden van België. Dagelijks werd er verslag bijgehouden van de reis van de dichters. Hier leest u het verslag van de Ronde van België van Laurence Vielle door Vlaanderen. Dit verslag werd aangevuld door de dichter zelf met eigen teksten, verhalen, ervaringen en beeldmateriaal op de Facebookpagina Poète National – er Dichter Des Vaderlands. Daar kon u tegelijk ook de avonturen van Els Moors volgen doorheen het poëtische Wallonië en de Oostkantons.
Dag 7 – 7 mei 2017, Brussel
Laurence Vielle bracht de nacht door in de kamer van Geert van Istendael in B&B Rosario in het hartje van Bever. U leest het goed: in het oude, gerenoveerde klooster waar Rosario gehuisvest is, zijn de kamers opgedragen aan dichters en slaap je naast hun oeuvre. Charles Ducal bracht de nacht door in zijn eigen zolderkamertje. Ook in de prachtige tuin zijn er talrijke gedichten aangebracht.
Van daaruit vertrokken beide dichters naar Brussel, op de laatste dag van de Ronde van België. Aan station Brussel-Noord zagen Laurence Vielle en Els Moors elkaar voor het eerst terug na hun reis door België, om samen met Charles Ducal hun laatste kilometers te wandelen in De Grote / La Grande Parade. Zo verliep de intrede in Brussel, thuisstad van Laurence en Els: geflankeerd door een majorettekorps, een slagwerkfanfare, en duizenden mensen die samen wandelen voor een solidaire, duurzame samenleving.
Om 16 uur vierden we de thuiskomst van Laurence en Els samen met heel wat poëzieliefhebbers, vrienden en familie van de dichters, tijdens het Apéro Poëzie ‘De Ronde van België’ in de Pianofabriek. Laurence zag er ook dichter Jan Ducheyne terug na hun ontmoeting in Oostende. Hij was de gastheer die namiddag en ging met de dichters in gesprek over hun tocht. Talrijke dichters (Franstalige en Nederlandstalige Belgen, maar ook een Britse, een Italiaanse en een Franse dichter) namen nadien het woord en brachten hun poëtisch midden van België in verzen op de planken. Het werd een warm poëtisch welkom, waarbij de zoektocht naar het poëtische midden van België alleen maar aangewakkerd werd.
De Ronde van België heeft niet alleen de taalvaardigheid van de reizende dichters uitgedaagd en bevorderd, het bood ruimte voor ontmoetingen, culturele toenadering en uitwisseling tussen de verschillende taalgemeenschappen van ons land – en lang niet alleen voor poëziekenners, voor ‘onderweg zijn’, voor nieuwe, Belgische initiatieven, en natuurlijk voor poëzie.
Ik heb een slechts een wens voor jullie, Laurence en Els: ik hoop dat we het poëtische midden van België nooit zullen vinden. Zodat we, dankzij initiatieven als deze, samen kunnen blijven zoeken.
Dag 6 – 6 mei 2017, Leuven & Bever
Op zaterdag 6 mei trok Laurence Vielle naar Leuven om er haar jonge collega Jens Meijen te ontmoeten. Precies een jaar geleden werd hij door Laurence Vielle en haar ambassadeur Charles Ducal (Dichter des Vaderlands 2014-2016) verkozen tot Jonge Dichter des Vaderlands naar aanleiding van de poëziewedstrijd ‘de eerste keer / la première fois’. Hij nam haar mee naar de Erasmustuin, die sinds ’94 is omgedoopt tot literaire tuin dankzij de aangrenzende Faculteit Letteren van Universiteit Leuven, waar Jens student is.
In de tuin hangen gedichten, die af en toe ook van de tuin ontvreemd worden. Jens nodigde Laurence uit om elk een gedicht aan de tuin toe te voegen. Ze gingen meteen aan de slag in de zonnige, literaire tuin. Jens zal zijn gedicht en dat van Laurence een plaats bezorgen in de tuin. U kunt hier alvast hun eerste versies lezen:
We zijn op zoek, zegt ze.
(Ik vind het te definitief
om met pen te schrijven)
Het waait hard, zegt ze.
Kijk naar de rommelmarkt
waar ze confetti scheppen met hun handen en verkopen.
Kijk naar de vrouw die soep eet en stormen op papier schrijft.
Tast naar het centrum, blauw verblind door de zon:
mijn geperforeerde adem zal je leiden.
Kijk naar de glazen, blinkend in de zon.
luister naar de stemmen – ze klinken als fonteinen.
Kijk naar het plein, de stenen zijn hete scherven.
het midden van een vlakte is altijd een cirkel.
Om de hoek bruist de tuin
van goudenregen, esdoorn, vogels en klimop
Hier bestaan geen stemmen.
Hier begint het denken.
De wildgroei tussen ons
wandelt traag door de stad,
van tuin tot tuin, mond tot mond.
Tast naar de struiken, vind zand en twijgen en woorden –
ons centrum is vervlogen
— Jens Meijen, Jonge Dichter des Vaderlands
Poème pour le jardin d’Erasme
In de goede zon van Leuven,
devant la bibliothèque centrale
au bord du jardin d’Erasme
nous cherchons le centre poétique
met Jens Meijen le jeune poète
national peut-être
c’est la montgolfière
en bronze
qui ne s’envole pas
peut-être c’est le vent
nos pages s’envolent
nous passons
vent d’avant nous
vent d’après nous
vent qui chante au branches
du jardin d’Erasme
le vent
me semble être à cet instant
-assise au soleil
à côté de Jens Meijen
beau de ses jeunes années-
le centre poétique
de ce que jamais je n’étreins
le vent pour l’infini m’anime
— Laurence Vielle
Na de jonge Dichter des Vaderlands ontmoette Laurence ook haar voorganger als Dichter des Vaderlands in Leuven, Charles Ducal. Hij nam haar mee naar een bijzonder huis nabij Leuven: het Vluchtelingenhuis. Dit huis werd gekocht door 200 mensen, en biedt tijdelijk onderdak aan vluchtelingen, bij voorrang aan de meest zwakken zoals vrouwen al of niet met kinderen en juist-niet-minderjarigen. De steunverleners en vrijwilligers zorgen dat de bewoners in hun dagelijkse behoeften zijn voorzien, en helpen mee aan de integratie van de vluchtelingen. Het is een initiatief van vzw Recht op Migratie; Charles Ducal zit in het bestuur. Laurence werd er warm ontvangen door de aanwezige bewoners, en samen met Charles Ducal droeg ze een gedicht aan hen voor.
In de avond heeft Ducal een overnachting voorzien op een bijzondere, uiteraard poëtische plek in Bever, een dorpje op de grens van het Pajottenland en de Vlaamse Ardennen. Op zondag 7 mei trekken de dichters samen naar Brussel om de laatste dagelijkse kilometers van Laurence uit te wandelen tijdens De Grote / La Grande Parade van Hart Boven Hard.
Dag 5 – 5 mei 2017, Sint-Niklaas en Antwerpen
Vrijdag waren Sint-Niklaas en Antwerpen aan de beurt tijdens de poëtische Ronde van België van Laurence Vielle. In de ochtend gidste Dirk Van Driessche, directeur van het cultureel centrum van Sint-Niklaas – ook een poëtisch midden van België, haar door de stad. In de namiddag wachtte stadsdichter Maarten Inghels haar op aan de Groenplaats. Samen trokken ze naar museum Plantin Moretus, het hart van de Europese boekdrukkunst tijdens Antwerpens gouden zestiende eeuw.
Het gebouw aan de Vrijdagmarkt herbergde niet enkel de drukkerij en de boekenwinkel van Christoffel Plantin, maar ook zijn woning. Naast de twee oudste drukpersen van Europa vind je er dus ook talloze unieke boeken en kunstwerken die door hem en zijn nazaten, de familie Moretus, werden verzameld. Het museum werd in 2016 geheel gerenoveerd en ontstluit deze collectie, waaronder talloze werken van Rubens, op een voortreffelijke manier. Laurence kent het huis van kindsbeen af.
Maarten Inghels nam haar nadien mee naar een van zijn persoonlijke poëzieparadijsjes van Antwerpen: boekhandel Demian, centrum voor antiquariaat en bibliofiele uitgaven. Laurence vond er, in de selectie Belgische surrealisten, een zeldzame bundel van een van haar favoriete dichters, Ernst Moerman. Zijn werk is relatief onbekend gebleven, zelfs in Franstalig België. Hoog tijd voor een heruitgave en een vertaling, vindt Laurence. Moerman was ook cinéast, maar bracht slechts één film uit, over zijn grote idool Fantômas. Laurence las een gedicht voor van Moerman en kreeg vervolgens het boek van de zaak cadeau.
De dag werd afgesloten met een multiculturele poëzieavond in de Arenberg Schouwburg, waar Vonk & Zonen Fatena’s Poëziesalon presenteerde. Fatena al-Ghorra is een Palestijnse dichteres die sinds 2009 in België woont en groot pleitbezorger is van de vrouwen- en mensenrechten. Haar werk is echter niet louter politiek, maar situeert zich ook middenin de traditie van de Arabische lyriek. Te gast waren Amjad Nasser, Runa Svetlikova, Mowaffk Al-Sawad, Maarten Inghels én Laurence. De muzikale omlijsting kwam van Marwan Fakir en Pierre-Antoine Despatures die op viool en contrabas een bijzondere hedendaags-Oosterse crossover introduceerden.
Vandaag, zaterdag, reist Laurence naar Leuven. Ze ontmoet er de Jonge Dichter des Vaderlands Jens Meijen, en heeft in de namiddag een afspraak met haar voorganger als Dichter des Vaderlands, Charles Ducal. Samen brengen ze een bezoek aan het Vluchtelingenhuis. Zondag 7 mei bereikt de Ronde van België van Els Moors en Laurence Vielle het eindpunt. Dat vieren de dichters op gepaste wijze, samen met alle poëzieliefhebbers en belangstellenden, in de Pianofabriek in Brussel met een Apéro Poésie. Wees welkom!
DAG 4 – 4 mei 2017, Gent
Op 4 mei deed Laurence Vielle Gent aan, de thuishaven van Poëziecentrum. Van daaraf, op de Vrijdagmarkt, werd Laurence getrakteerd op een begeleide Poëzieroute om de stad te verkennen via de poëzie. Op achttien plekken in de stad zijn gedichten aangebracht waarvan sommige verwerkt in een kunstwerk. De route bestaat sinds het Keizer Kareljaar in 2000 en valt gratis en individueel te volgen of met een gids.
Op de Kouter, waar het gedicht ‘Zoals een blad dat valt’ van Lut de Block vereeuwigd is, vond zij heel wat antwoorden op de vraag ‘waar ligt volgens u het poëtische midden van België’. Antwoorden en ervaringen om mee te nemen naar het Apéro Poésie op zondag 7 mei in de Pianofabriek. Verschillende Gentenaren heetten haar joviaal welkom, bijvoorbeeld met een zakje “tsjoepkes” (ook wel Gentse neuzen of cuberdons) en een genereuze portie fruit (aangeboden door Bayram van Fruitco, de buren van Poëziecentrum).
Laurence zet haar ervaringen tijdens haar reis al om naar tekst. Veel ideeën van de afgelopen dagen kregen vorm: de ode aan Jan Ducheyne, een gedicht voor Gezelle, en de finale versie van Monteberg (zie onder). In het Lappersfortbos zegde Laurence woensdag ook al toe om voor de bomen een gedicht te schrijven. Misschien komt dit gedicht ooit wel in het Lappersfortbos terecht…
Jazeker, ook dit [de faculteit Rechtsgeleerdheid van Universiteit Gent] is een poëtisch midden van België, want taal is de beitel en de hamer van elke jurist – reactie van een derdejaarsstudent Rechten
’s Avonds was Laurence tegelijk speciale gast én verrassingsperformer op het literair avondprogramma Licht op Hadewijch met Charlotte Van den Broeck, Annemarie Estor en Fatena Al Ghorra. Agnes de Graaff en Elvis Peeters brachten hedendaagse, muzikale interpretaties van het werk van Henric van Veldeke. Laurence sloot af met een adembenemend mystiek lied over de liefde.
Vandaag gaat Laurence op zoek naar de poëzie in Sint-Niklaas, stad van o.a. Anton Van Wilderode. In de namiddag wacht stadsdichter Maarten Inghels Laurence op om haar zijn Antwerpen te tonen.
De Gentse Poëzieroute is een initiatief van Motte Claus, Poëziecentrum vzw, in samenwerking met vzw Gent 1500-2000, Honest Arts Movement en het Noordstarfonds.
DAG 3 – 3 mei 2017, Brugge
Laurence Vielle legde dinsdag extra kilometers af en wandelde te voet door de Westhoek, langs de oorlogsmonumenten, tot in Komen-Waasten. Daar bracht zij de avond en de nacht door, als logee van Ida Decroix. Lees ook het poëtisch reisverslag dat Laurence gisteren schreef hieronder.
Op woensdag 3 mei ruilde Laurence de landweggetjes voor de kasseien van Brugge. Dichter Peter Theunynck, voormalig officieuze stadsdichter van Brugge en woordvoerder van de Lappersfort Poets Society, nam haar mee naar het Guido Gezellemuseum. Het museum was in volle voorbereiding voor het nieuwe literaire stadsfestival BRU∙TAAL, en was zo gul om onze reizende dichters een entree cadeau te geven.
Laurence ontdekte Gezelle al op school, waar ze hem in de literatuurlessen in vertaling las. Het ritme, het rijm en de muzikaliteit in zijn gedichten spraken haar altijd al aan. Peter las haar Hoort ’t is de wind voor en vertelde zo geïnspireerd over Brugge, over de kunst en de tijdsgeest ten tijde van Gezelle en zijn verreikende literaire nalatenschap, dat Laurence donderdag beslist nog Sint-Martens-Latem wil bezoeken.
Nadien trokken beiden naar het Lappersfortbos, waar Luc Vanneste van het Groene Gordel Front (GGF) hen opwachtte voor een wandeling. Het Lappersfortbos kent een rijke geschiedenis en was een ‘zonevreemd’ bos dat jaren onderwerp was van een juridische strijd. In 2001 en 2002 was er de bosbezetting, en uit die beweging ontstonden de Lappersfort Poets Society en de nieuwe bestemming als groengebied en poëziebos.
De wandeling werd een ware ontdekkingstocht: van het Hugo Clauspad tot vleermuizenshelters, van wilde meiklokjesperken naar het beeld van de bosnimf The Spirit of the Woods, waar Laurence het bos meteen uitriep tot het bekendste van de planeet, en het centrum van de wereld en de poëzie.
Het poëtisch midden is waar je bent, waar jij bent en ik. Het is onze inspiratie en onze muze. Het is een cirkel zonder omtrek en overal waar wij zijn
— Luc Vanneste, op de vraag naar het midden van de poëzie in België
Vandaag, 4 mei, reist Laurence ‘de Bruges à Gand’ waar de medewerkers van het Poëziecentrum haar zullen ontvangen voor een poëtische route door de stad. Later op de avond is Laurence special guest tijdens het literaire avondprogramma Licht op Hadewijch in het Poëziecentrum.
DAG 2 – 2 mei 2017, De Westhoek
Goed uitgewaaid door de noordzeebries nam Laurence gisteren afscheid van Jan Ducheyne en van Oostende, om via Ieper koers te zetten naar het West-Vlaams Heuvelland. Daar was ze te gast bij het gezin Six, familie van Els Moors, die haar wegwijs maakten in de wijnen van de Westhoek op landgoed Monteberg. Ze proefde er uitgebreid van de witte en de rode wijn, van de crémants en van de rosés en snoof de sfeer op van het leven als wijnbouwer, in Vlaanderen. De nacht bracht ze ter plekke door op het wijngoed.
Daarna ging haar pad verder over landweggetjes en onder de hoge Vlaamse hemels via Nieuwkerke naar Komen-Waasten: een stukje Wallonië in Vlaanderen en een beetje van onze beider taalgemeenschappen. Daar kan best wel het poëtische midden liggen.
Laurence is erg onder de indruk van deze streek, die naast alle natuurschoon ook de herinnering bewaart aan de Eerste Wereldoorlog. In Saint-Yvon en omgeving bevinden zich heel wat oorlogsgraven: “Wat me erg raakte was een klein kruisje, met een klaproos en ‘In herinnering’ erop geschreven, hier achtergelaten door een bezoeker uit het Verenigd Koninkrijk.”
Le matin, réveil à Heuvelland
dans la famille Six.
Oncle Piet et tante Mia,
de Els Moors
la poétesse qui marche au même moment
en Wallonie. C’est Piet qui a construit la maison
au milieu des vignes
Muscat Chasselas Chardonnay, Pinot Gris, Pinot Noir, Kerner, Muller Thurgau, Siegerrebe, Regent, Dornfelder et Solaris
Je vais rencontrer Piet qui travaille la vigne
Edward dans la cave change les vins de cuves
il les nettoie, les pompe
et l’on boit
du pinot rose et blanc
pas encore filtrés
c’est bon si bon dit Edward;
quand on filtre le vin
quelques saveurs disparaissent
le centre poétique de la Belgique…? un verre de vin de Monteberg
un verre de vin oui
dit en coeur la famille Six
quand on le boit on raconte
d’où il vient
on se raconte
on se réchauffe aux saveurs du bon vin
ah oui c’est bon de boire le vin dès le matin. Dans mon sac à dos
ils déposent
un crémant rose, un pinot blanc
fromage et confiture au vin
à boire avec Els et Charles Ducal
au dernier jour du voyage; je reprends la route à pied
petits chemins jusque Nieuwkerke
et puis Ploegsteert puis Warneton
je traverse la campagne parsemée
de croix blanches
aux cimetières militaires
et les visages des beaux jeunes gens anglais
corps en terre du Westhoek
me regardent
sur une pancarte
ça parle d’une trêve
pendant la première guerre
dans le bois de la Hutte
que je traverse
pendant une semaine les allemands
les anglais ont joué au foot
en mêlant les équipes
ça ne peut pas continuer ainsi
a dit le quartier général
et la guerre a repris
les équipes mêlées du foot
se sont tirées dessus
la guerre a repris oui
les corps beaux sont tombés
les corbeaux me rattrapent
se posent sur la tourbe
du chemin
une vache blanche
me regarde
et personne
personne ne veut aller à la guerre;
J’arrive à Bas-Warneton
je vais y dormirvchez Ida
un peu triste au téléphone
aujourd’hui le vétérinaire
est venu achever
un de ses 5 chats
elle vient de l’enterrer
au fond de son jardin
je vais dormir chez Ida
qui parle flamand et français
ici c’est une enclave wallonne
dans la Flandres
ça me fait tout drôle
après Ostende et Heuvelland
de retrouver ma langue
et j’aime la Belgique
et tous ses beaux jardins
ses champs son histoire
ses accents ses plages
ses vagues ses remous ses vignes
et ses campagnes calmes
et mon corps se faufile
entre gouttes de pluies
de Ploegsteert à Warneton-Comines
Laurence Vielle
Morgen keert Laurence terug naar het Noorden: de stad Brugge én zijn groene gordel, de echo’s van Guido Gezelle, het Lappersfortbos. Uit de ecologisch-literaire beweging van de Lappersfort Poets Society groeide een natuur- en cultuurnetwerk van ‘samenwerkende bosdichters, stadsdichters, poëziewandelaars, bosdiplomaten en bosgidsen’. En er is een Hugo Clauspad, mét zonsondergang. Dat belooft.
START 1 mei 2017, Oostende
Laurence Vielle vertrok op 1 mei op haar Ronde van België vanuit het Westen van het land, vanaf de Noordzee, in Oostende. Ze bezocht het Ensorhuis en wandelde een stukje mee met de optocht voor 1 mei doorheen de stad. Na een bezoek aan Galerie Beausite trok de dichter het strand op, op zoek naar het poëtische midden van Belgïe.
Op haar reis stelt ze de centrale vraag aan voorbijgangers: “Waar, wie of wat is het poëtische midden van België?”. Iemand reageerde op de Facebookpagina van Poète National – er Dichter Des Vaderlands dat het een stoel is op het strand van Oostende, om naar de zee te kijken. Laurence nam de proef op de som. In Oostende deelden heel wat passanten hun poëtische centrum met haar, waaronder ook dichter Jan Ducheyne. Als een ware gentleman nam hij haar op sleeptouw door de stad in een paardenkoets, mét een 1 mei-boeket. Hij nam haar mee naar een mogelijk poëtisch midden van België op het dak van het Thermae Palace, en las daar een eigen gedicht voor haar voor, speciaal voor de gelegenheid geschreven: Het midden van de poëzie (in België), zie onder.
In de namiddag verliet Laurence de stad om koers te zetten naar de Westhoek. Zij is namelijk te gast in Wijngoed Monteberg, een heuvellandse wijnboerderij. Wijnbouwers Edward en Jean-Pierre Six zijn tevens familie van toekomstige Dichter des Vaderlands Els Moors.
“Richt op de maan, want zelfs als je mist vang je de sterren.” – het poëtische midden van België van een meisje van 8 in Oostende.
Het midden van de poëzie (in België)
Als je mij vraagt,
pakweg in je hoedanigheid van dichter des vaderlands,
of gewoon als passant
ergens in een achterafstraatje,
neem dat naast de Daringman,
zo even na middernacht:
”Zeg, waar ligt volgens jou het midden der poëzie in België?”
Dan zou ik kunnen antwoorden:
Het ligt in de bossen & op braakliggende terreinen.
Het ligt in Brussel, want dat is nu eenmaal het midden.
Het ligt in de zee, au milieu, ja, in Oostende.
Ondertussen zul jij wellicht wegdromen,
afgeleid zijn,
moe van teveel woorden.
Van teveel mensen.
En ik zie je denken.
Aan al wat in je lijf zit.
Aan al wat rond je oren vliegt.
En ineens hoor ik jou en vele anderen
stilletjes uit je ogen schreeuwen:
Tevéél Banaliteit!
met onzichtbare lippen kus ik je,
zoals een gedicht dat kan, ultraverfijnd,
geflankeerd door de illusie
dat alles onverwoestbaar is,
eens wij op zoek gaan.
Een middelpunt vervaagt, versterft,
zoals de ragfijne draadjes van een zwarte weduwe die ongezien
haar opwachting maakt in je slipstream
daarmee elk middelpunt herleidend tot ‘op gevoel’
Het midden der poëzie zit in de atomen
die boven ons hoofd zweven,
die onder onze voeten van
plaats veranderen, ongezien,
zoals fijn stof in de lucht
beweegt het
middelpunt der poëzie
zich
op en top van
kop naar kop.
Van ster naar ster,
van benzinepomp naar nachtkastje.
Van kersenboom naar nachtuil.
Welke regels? Welk metrum? Welke ongerijmdheden?
Een middelpunt vinden is meer dan een plaats bevriezen.
Het is het vloeren van een keurslijf.
Het is het ongrijpbaar zijn tijdens elke wending.
Luister ons uit elkaar vallen en
Daarbij onze zinnen nakijken
nog voor we ze hebben uitgesproken.
Middelpuntvliedende woorden hebben geen gids nodig.
Een trampoline & een blinddoek volstaan.
Het midden der poëzie ligt nooit in de hoek op apegapen.
Doch vol goesting – ietwat vergeeld – wacht het elke dag
weder op uw onverwacht bezoek.
Wees teder en onversaagd en
weet dat wanneer u ervan terugkeert
u het toch maar weer hebt gewaagd
om te rijmen en te lijmen
waar anderen zichzelf liever in
Stilzwijgen laten verdwijnen.