De buitendeur

debuitendeurKL

“Een nieuwe bundel van een van onze beste dichters. Charles Ducal, sinds begin 2014 ‘Dichter des Vaderlands’. Gedichten die vaak gaan over de drang zich te bevrijden, een uitweg te vinden: een kind versus het bekrompen platteland, een zoon versus zijn aftakelende vader, een dichter versus de eindigheid… Alsook de schrijver versus de wereld, met bezielde gedichten over Palestina en Congo.” (De smaak van Confituur, De Morgen, 7 mei 2014)

 

Twee gedichten uit ‘De buitendeur’:

Kind

Vader is groot. Hij steekt de zon in zijn zak.
Als ik een huis bouw schopt hij zoveel sneeuw
op het dak dat het instort. Als ik wegloop
legt hij mijn voeten vast met één schreeuw.

 

Moeder is klein. Zij kruipt door het sleutelgat.
Als ik alleen ben zucht zij als de wind
in mijn oor. In mijn droom speelt zij poppenkast.
Haar stem past precies in mijn hoofd.

 

Moeder en vader zijn even sterk.
Zij raken elkaar niet aan. Als hij spreekt
is haar oog net zo hard als zijn stem.
Ik kan mij meten aan haar of aan hem.

 

De afstand is even hoog.

Ooit

Er is poëzie op komst denken de mensen
in hun vuile straten, hun op ruzie beluste cafés,
hun om de lichtbak gekleefde woonkamers,
er is poëzie op komst en zij geneest,

 

dat is zeker,

 

soms hoor je al hoe iemand haar stemt,
haar op de hoogte brengt van onze gedachten,
die grijs zijn van op onze hoede en twijfelachtig
omdat ze zich aan de toestand hebben gewend,

 

want niets is zeker,

 

behalve: er is poëzie op komst, zij komt
voor het te laat is, voor de deur wordt gesloten,
de sleutel omgedraaid, het zo donker wordt
dat men het hoofd door de spiegel zal stoten

 

en wat is daar te zien?

 

Zoveel is zeker, zo sterven de meesten.

 

Maar voor ons is de poëzie nog op komst.