Derde gedicht des Vaderlands van Carl Norac

“De gesprekken die ik had met familieleden in het kader van het project Gedichtenkrans, benadrukten het gevoel dat de overledenen vandaag maar cijfers zijn. En hoewel we nog nooit zoveel over een ziekte hebben gesproken, een ziekte die alle gedachten en de media in zijn greep houdt, lijken de slachtoffers ervan alleen maar anoniemer gemaakt, gereduceerd tot een statistiek die beter moet zijn dan die van de dag ervoor.”

 

Die weg

 

Op die weg zijn de doden nummers geworden.

Je bent vertrouwd met de biologie, de wetten van de dichtste wereld

Je kent ook oude duistere woorden om over de zon te praten.

Toch zie je de doden niet meer die aan onze blik ontsnappen

En dan, eensklaps in je gevangenschap,

nemen je gedachten vrij hun eigen pad

Je snakt ernaar op zijn minst een gezicht te zien,

een hand, ook al is ze gesloten, maar met markante trekken.

Is hij nog humaan, de mens die maar een nummer is, recht als een 1,

2 om minder leeg of alleen te zijn, krom als de 3,

Een zittende 4, vluchtende 5, omgekeerd hart van de 6,

dan de stramme 7, de 8 die op een laatste dans wacht,

trots rechtop als de 9 en even later uitgegleden?

Doe je hem voor hij gaat rusten nog even denken

aan het ondeugende liedje uit zijn kindertijd?

Of zeg je hem zomaar, ergens op die weg:

‘Je hebt onzichtbaarheden bestreden, je hebt gelachen, bemind, gespot,

afgescheept, geoordeeld, geprotesteerd, ontwapend,

gelukkig heb je je lot tot het uiterste getart,

je hebt je vergist, je ging akkoord of je sprak tegen,

soms bracht je voetstap je tot voorbij de tijd.

Dus, lieve vriendin, lieve vriend, hoe bedrieglijk, kortstondig

mijn verzen ook zijn, misschien verlossen ze je even

van de ellende van schimmen en getallen.

Hier geen litanie of krankzinnige hoop,

Hopelijk wacht je een nacht, zacht

als een dageraad die wat is verlaat:

wie je ook bent, of men je hand vasthield of niet,

meer dan ooit word jij die weg.’

 

Carl Norac
Vertaling: Katelijne De Vuyst

 

Met de steun van de Nationale Loterij en haar spelers.
Met dank aan het Cultureel Samenwerkingsakkoord tussen de Franse en de Vlaamse Gemeenschap