Teddybeer – Philip Meersman

Teddybeer

 

Nu jij

niet meer bij me bent

mis ik je stille zwijgen

 

het klinkt luider

dan het ruisen van mijn hart

dat krachtig jouw naam herhaalt

 

nu jij niet meer,

een antwoord geeft

op de vragen in mijn dromen

lig ik stil

slaap ik weer

met in mijn armen

jouw teddybeer.

 

 

Philip Meersman

Som (voor R.M.V) – Ruth Lasters

Mijnheer R. M. V. werd geboren op 14/07/1932 en overleed in Woonzorgcentrum Sint-Jozef in Sint-Gillis-Waas-Sint-Pauwels op 26/03/2020 aan de ziekte COVID-19 +. Hij was een fervent tuinier met een immens familiehart, en een bouwer in alle betekenissen van het woord.  

 

SOM

 

voor R.M.V.

 

 

Een hoofdrekenaar

telt eeuwig op, nooit af, Pepe.

Jouw som is nooit voltooid.

Jij zit nu immer aan het tafelhoofd omringd door

ons. En zij, Bobon, schept soep uit van

 

werkelijk al je tuingroenten die teruggroeien bij elke

dauw: petetten, bonen, zuurstek, kool

‘Geef mij het ‘ooit’ eens door,’ vraagt zij aan ons,

haar kroost. Waarmee zij dan haar soep en ook de jouwe

zout én zoet met blikken vol van zachtst

voorbij en ach! en och! en trouw.

 

Een oerdegelijk gisteren

is met voortdurende

tederheid omboord, nauwgezet, met blinde zoom.

 

Dan weer, Pepe, zie ik je ronddwalen in al die huizen die je hebt

gebouwd, Bobon achter je aan, die soms verandert in

een steunmuur, als je je te snel naar haar

omdraait, op een tote

hopend.

 

Soms rusten jullie ginds uit op de rand

van een pas geplaatste badkuip, die lijkt op die waarin jullie

kleinkinders wasten

met vingers rimpelroze.

 

Er rest jullie alleen nog taal nu

die uit al onze voornamen bestaat. Maar alles krijgen jullie

ermee gezegd. Alles. Ook dat het tijd is,

er huiswaarts moet gekeerd, jouw zelfde groenten

andermaal moeten

 

gerooid, gestoofd, de soep opnieuw

gekruid met ‘ooit’ dat smaakt naar al het mooie

dat je zei en deed, Pepe, zoveel dat je nooit opgeteld raakt,

een hoofdsom in ons blijft, die al lang klopt, zo juist is,

maar toch door-

loopt. Door.

 

Ruth Lasters

 

 

 

 

Bloemloos (voor RV) – Lies Van Gasse

Mijnheer RV werd geboren op 1 mei 1933  en overleed in RVT Sint-Jozef in Wetteren op 1 april 2020 aan de ziekte COVID-19

 

 

Bloemloos

 

            Voor RV

 

Waar zingen lentebloemen nu
we je verleggen zonder kleine groet,
je met geen zacht gebaar bereiken?

 

Waar jubelen de bloemen
nu je, weg bij wie je liefhebt,
een laatste keer beweegt.

 

            Daar ga je, achterwaarts het leven in,
            zonder voetbal, maar met Frans chanson
            en koloniale waren.

 

            Dit is misschien een lastig stuk,
            maar laat ons vanop afstand toch
            eens aaien dan, die haren, want

 

            zelfs in deze symptoomloze wereld
            moet bewogen worden
            wat ons bewogen heeft.

 

Waar blijven al die bloemen nu
je ligt te rusten, langer
en langzamer dan een leven,

 

waar botten toch de knoppen
nu de kamerdeur lastig sluit
en wij in verre hokjes
onhandig blijven reiken?

 

Waar zingen onze bloemen nu
niemand ze op jouw ogen legt?

 

Lies Van Gasse

Beluister het gedicht hier.

 

De beste manier om iemand te begraven – Alain Delmotte

DE BESTE MANIER OM IEMAND TE BEGRAVEN

 

Het is nooit goed om iemand te begraven.

 

Kies daarom hartelijke, hard gelaagde aarde uit. Niet van die zompige, ongezonde modder. Die aarde moet namelijk nog een beetje in de herinneringen van de een of andere mee.

 

Graaf daarin dan een gat voor het houtwerk van de kist en het gemis daarin.

 

Met een doffe plof komt in ondergrond terecht wat geen adem en geen wil meer heeft. Geen nood. Wat geen nood meer heeft. Aan jou.

 

Vul het dan maar weer op, dat gat, dat zwarte hart. Vlug: of anders lukt dat vullen niet – verkommert het dieper tot iets onvervulds. Daarom: stamp achteraf die aarde stevig aan. Je weet nooit.

 

Hou het lamenteren kort: wat haalt het uit? Hou je verder je gang en stap. Vergeet, ja, maar niet meteen. En net niet alles: waak nog wat over die aarde

 

Beklijf. Stap zo min mogelijk uit de tijd. Stap en bevestig. Stap nog een eindje mee en, alsjeblieft, zeg niets.

 

Zeg niets: spreek.

 

Het is nooit goed om iemand te begraven. Je moet het daarbij kunnen laten.

 

Alain Delmotte

Afscheid – Nerkiz Sahin

Afscheid

 

Verdwaald zijn we, in leegte en stilte

Op zoek naar manieren om dit leed te dragen

Fluisterend de naam van onze geliefde

Die niet meer is…

Schaduwen van verlies ontfermen zich terwijl over de nabestaanden

Helende woorden hebben we nodig vandaag

Om het gebrachte offer te omschrijven

Gevonden willen we worden in harten die meeleven

Bestaan is niet meer het belangrijkste

Nee

Niet vergeten worden

Daar draait het allemaal om

Vaarwel

Ga zacht heen

Richting je nieuwe bestemming

Daar waar alles goed lijkt

En niemand terugkeert

Maar weet dat je altijd gedragen zult worden

In gedachten en harten

 

Nerkiz Sahin

 

 

 

Gedeelde rouw – Hilde Keteleer

GEDEELDE ROUW

 

Nu er rouwlicht hangt

boven onze hele mensenwereld

is het goed te kijken

naar een olifantenkudde:

ze vormen een stille cirkel,

slurfen strelen de aflijvige.

Compact en oneindig zacht

sluiten ze de rangen.

Laten we zo omarmen.

 

Nu er verlies hangt

boven onze blauwe planeet

is het goed te kijken

naar dolfijnenmoeders:

ze zien af van eten,

houden hun kind

onvermoeibaar drijvende

in het water. Maken we

zo het afscheid later.

 

Hilde Keteleer

Eskimo’s – Peter Theunynck

ESKIMO’S

 

Eskimo’s zijn mensen zonder tijd.

Sneeuw is hun huis en hun huid

is een land van winters en weinig,

omsingeld door het donkerste licht.

 

Eskimo’s verstaan de gebaren

van vallende vlokken, zingen

de zang van het pakijs na,

bemannen het ruim van de poolvos.

 

Eskimo’s wandelen over het water.

Hun sleden slijpen een gat

in de verte. Hun harpoenen bijten

zich vast in de koers van planeten.

 

Eskimo’s zijn niet gemaakt

voor het vlees van een vrouw,

voor het laaiende hart van een haard.

Eskimo’s zijn niet bestand tegen lente.

 

 

Peter Theunynck

Lees hier de Franse vertaling door Danielle Losman

Mooi weg – Peter Theunynck

MOOI WEG

 

Hoe jij nog een laatste keer

kijkt en dan niet meer.

 

Je komt hier goed weg.

Nog net op tijd die vlucht geboekt,

door een of andere nevel,

richting grote beer of zo iets.

 

Niemand die je spoor ruikt,

het snijdt geen hout.

 

Niemand die je begraaft,

je bent al een heel eind opgeschoten.

 

Waar je nu ook rondzindert,

geen telescopen of grondstations,

zelfs met het grootste bereik niet,

ontwaren je, want je ontbent.

 

Alleen dat lichaam

dat van ver op je lijkt

maant aan tot tastbaarheid

en zet het mes

nog dieper in grond.

 

 

Peter Theunynck

De kunst van de boom (voor H.V.) – Luuk Gruwez

DE KUNST VAN DE BOOM

 

                                               In memoriam de heer H. V.,

                                               geboren in Waregem op 6 april 1941

                                               en overleden in Kortrijk op 29 maart 2020

                                               aan de gevolgen van het coronavirus COVID-19.

 

Alsof het gister was, zit ik weer rillend te zingen

in mijn flinterige hemd van zinnen, exact

als toen een pukkelprins nog puberde in mij,

behept met een te talrijk ik, nog niet doorkneed

 

in grillen en usances van de laatste snik.

Ik zat te dromen in je klas, begluurde door het raam

de olmen. Je  sprak: ‘De kunst van de boom is het blad.’

Ik kon nog toveren: eens zou ik mij te voorschijn schrijven.

 

Al had de schemering de kamer nog niet ingepalmd,

je hield naast mij de lamp, wees mij de weg tot in

het diepste van mijn moedertaal opdat ik in haar

niet verdwalen zou. En hoezeer wees je mij steeds op

 

het magnifieke nutteloze dat je soms toch bij

moet lichten hoewel het ook vanzelf al straalt.

−Een halve eeuw later. Nog steeds moet ik mijzelf

tevoorschijn schrijven. Je ademloosheid doet mij

 

happen naar lucht. Er kwamen rovers in je aan.

Zij namen bezit van je taal en je bestaan,

in deze roofzuchtigste van alle lentes, waarin

voor jou geen blad meer groeit noch valt.

 

 

Luuk Gruwez

_____________________________

  1. V. was mijn eerste leraar Nederlands en hij heeft de poort van de literatuur, die voor mij al op een kier stond, als een van de eersten verder open geduwd

Lees hier de Franse vertaling door Pierre Geron.

Heradem (voor R.) – Paul Demets

Op maandag 30 maart 2020 overleed R. in Gent. Ze was amper twaalf. Daarmee is ze het jongste bekende Covid-19 slachtoffertje ter wereld. Het eerste gedicht van Gedichtenkrans werd voor haar geschreven door dichter Paul Demets.
Heradem  (voor R.)

Als vissen in een kom draaien we rond
in de kamer. De dagen glijden van ons af.
Dagen waarmee niets valt aan te vangen.

Dagen van verteverlangen, dagen die ijlen als kinderstemmen
geurend naar gras buitelend ons onderdompelend
in al dat blauw dat nooit vreemder helder was.

We verbergen ons in handschoenen,
respecteren de karretjesregel. Raken
onze gezichten zo weinig mogelijk aan.

Onze handen hunkeren naar huid
en wassen. Want water is adem.
Als hengels hangen de gordijnen stil in de zon.

We verlaten de kamer, komen snel terug.
De kat zit ons onschuldig aan te staren.
Iets glimt en spartelt naast de kom.

Heradem, roepen we, heradem. Maar het snakt,
wentelt zich, gekromd. De hele kamer
draait zich rond jou, om en om.

 

Paul Demets

Lire la traduction fraçaise par Kim Andringa